Donderdag 8 oktober 2015
De wekker gaat om 6 uur vanmorgen… Dat is even wennen. De excursie naar Fez vandaag duurt 13 uur, dus vandaar het vroege tijdstip. Als we om half 7 bij het ontbijt zitten komt het schip vlakbij de haven van Casablanca en zijn er inderdaad een paar flinke golven die het schip doen deinen. In de keuken stond kennelijk niet alles goed vast, zo te horen. Er rollen wat stapels plastic borden over de vloer.
Dan gaan we naar de speciale verzamelplek voor Costa club leden die de Gold Pearl status hebben bereikt (jaaaaa, even chique doen). We mogen dan een paar minuten eerder naar de bus, zodat we onze favoriete stoelen kunnen bemachtigen. Het wachten is op de immigratiedienst van Casablanca, die het schip nog moeten vrijgeven. Pas tegen half 9 rijden we weg met de bus. Het is een gemengde groep van Duits- en Engelstaligen. Onze Marokkaanse gids spreekt beide talen en moet dus alles dubbel vertellen. Hij is vannacht speciaal vanuit Fez naar Casablanca gereisd om ons vandaag te begeleiden.
De rit naar Fez duurt ongeveer 4 uur. Maar al na 1 uur moet een Engelse dame hoognodig naar het toilet. De tankstations zijn hier niet dik bezaaid, dus ze moet dan maar even in de bosjes gaan, wat ze heel dapper gewoon doet. De route gaat langs de kust naar Rabat en daar slaan we af het binnenland in. We komen o.a. door een groot bos met kurkeiken, waar ook truffels te vinden zijn. Er zitten kinderen langs de snelweg die truffels en gekookte eikels verkopen. Levensgevaarlijk, lijkt ons. Bij de toiletstop kopen we een paar flesjes water en twee heerlijke verse chocoladebroodjes van de dirhams die we gisteren in Tanger als wisselgeld kregen. Komen die toch nog even goed van pas.
Als we Fez naderen komen we meer in bergachtig gebied. De stad ligt tussen het Rifgebergte en het Atlasgebergte in. Tegen 1 uur zijn we in de stad en de eerste stop is bij het paleis van de sultan, de Dar El Makhzen. Het paleis wordt nog steeds door de koninklijke familie gebruikt. Aansluitend wandelen we met onze gids door de mellah, de Joodse wijk, die ernaast ligt. Deze huizen hebben ramen en deuren aan de straatkant, wat bij moslimhuizen juist niet gebruikelijk is.
Dan gaan we met de bus een klein stukje door naar de medina van Fes (Fes el Bali), het oudste gedeelte van de stad. We lopen naar binnen door de Bab Boujeloud, één van de 16 poorten in de oude stadsmuur. Daarachter komen we in de inmiddels bekende smalle straatjes van de medina, die hier nog authentieker aandoen dan in Tanger. Je waant je echt midden in de Fata Morgana van de Efteling. Piepkleine winkeltjes met de gekste verkoopwaar tot aan baby schildpadjes toe, pakezels komen door de straatjes, en vooral heel veel mensen. Onze eerste commerciële stop is in de wijk van de koperslagers. De fijn bewerkte schalen worden allemaal met de hand gemaakt, een monnikenwerkje. We kopen er een klein koperen katje, wat we makkelijk in de koffer kwijt kunnen.
Vervolgens brengen we een bezoek aan de Medersa Bou Inania, een voormalige religieuze school. Door de fraai bewerkte poort, kom je op een binnenplein waarop alle ruimtes uitkomen. Alle muren, deuren en plafonds zijn even fraai bewerkt. Geen afbeeldingen van mensen, maar alleen figuren uit de natuur, dus bloem- en bladmotieven. En op de dwarsbalken verzen uit de Koran.
Dan dwalen we weer verder door de straatjes met de verschillende soeks. Nu komen we door een stuk met allemaal kruideniers. Het ruikt er heerlijk en alle kruiden staan netjes uitgestald in bakken en zakken. Voor de lunch worden we naar het Mnebhi paleis gebracht, een heel rijk gedecoreerd gebouw met enorm hoge muren en een houten dak boven het open plafond. De tafels en stoelen staan fraai wit gedekt voor ons klaar en een klein bandje speelt traditionele muziek. We krijgen eerst een keur aan koude voorgerechtjes met brood, vervolgens kippenbout uit de tajine en als derde gang couscous met vlees, groente en fruit. Het smaakt allemaal voortreffelijk. Tijdens het eten komt er ook nog een buikdanseres bij. Jeroen ontkomt niet aan een wiebelende boezem in zijn nek!
Inmiddels is het al half 4 en moeten we hoognodig weer verder. We dwalen nu door een wirwar van smalle straatjes af naar de wijk van de leerlooiers. Daar worden we een gebouw in geleid en klimmen we over betegelde trappetjes omhoog naar een balkon. Hier vandaan heb je goed zicht en vooral ook geur op alle kuipen waarin het leer bewerkt en gekleurd wordt. Dat bewerken gaat o.a. met urine, dus voor wie wil is er een takje munt beschikbaar om onder je neus te houden. Wij vinden het nog wel te harden eigenlijk. Als we weer door het gebouw naar beneden gaan, moeten we uiteraard een aantal rondjes door de verschillende winkels maken. Ze hebben er schitterende tassen staan, maar we zijn niet geïnteresseerd.
Dan dwalen we verder en komen op de Place Nejarine. Hier zitten de meubelmakers. Het gebouw voor de opslag en de voorliggende fontein zijn weer erg mooi gedecoreerd. Omdat het middag gebed is afgelopen, wordt het steeds drukker in de straatjes en daar hebben we eigenlijk wel een beetje genoeg van. We worden nu ook steeds vaker aangesproken door kinderen en straatverkopers die wat willen slijten. Daarbij stoot Co zijn hoofd nog lelijk aan houten balk, die dwars over een straatje is gemaakt, als teken dat je weer in een andere wijk komt.
Wel mooi is de Karaouine moskee en universiteit waar we langs komen. Hier mogen we als niet-moslim niet in, maar bij het gedeelte voor vrouwen en kinderen mogen we wel een paar foto’s nemen. Nu zijn we de drukte en de irritante verkopers echt zat. Jeroen heeft een nieuwe tactiek door gewoon elke keer naar beneden te kijken en niet te reageren. Als je beleefd glimlachend “no, thank you” zegt, kom je er namelijk niet vanaf. Onze gids heeft een hulpje mee en deze begint op een wat subtielere manier te bedelen, door foto’s van zijn dochters te laten zien en te vertellen dat ze het niet breed hebben. De meereizende Costa medewerkster zegt dat ze daar niks aan kan doen en dat dat een zaak is van de lokale gids.
Tegen 5 uur lopen we door de poort Bab Rsif naar buiten en kunnen we de bus in. Even paniek, omdat we weg rijden met twee missende passagiers, maar de bus rijdt een rondje om te kunnen keren. Een klein eindje verder maken we nog een uitzicht stop, waar je een mooi overzicht hebt over de gehele oude stad, waar nog zo’n 300.000 mensen in wonen.
Dan beginnen we aan de lange terugreis naar Casablanca. Rond 7 uur gaat de zon onder en kleuren de heuvels met grazende koeien, schapen en geiten oranjerood. Na de “comfort-stop”, waar we een paar Marsen kopen, krijgt de buschauffeur het op zijn heupen. We rijden erg hard en met lichtsignalen en claxonneren “duwt” hij andere weggebruikers naar de rechterbaan. Evengoed komen we om kwart over 9 weer veilig bij het schip aan, waar we afscheid nemen van onze gids.
We lopen direct door naar de 9e etage, waar voor ons laatkomers nog een buffet geopend is. Als we moe maar voldaan in onze hut komen, wacht ons daar een vervelende verrassing. De excursie van morgen naar Rabat is niet om 14:00 uur, maar om 7:15 uur… Dus dat wordt niet uitslapen… De reden is dat er een belangrijke vergadering is van het parlement met de koning. We hebben toch nog wel zin in een limoncello aan de bar, waar we een Duits koppel treffen dat we al eerder hebben gesproken. Zij waren vandaag op een even lange excursie naar Marrakech en zijn ook verrast met de vervroegde excursie voor morgen. We houden het dus maar kort aan de bar en gaan snel weer slapen na deze indrukwekkende dag!