Dag 15, donderdag 3 juli 2009. Eén dag, twee dagen.

DSCF6539

Het is half 8 als we opstaan en als we naar buiten kijken zien we al mensen langs de weg zitten voor de parade van de “stampede” die om 9 uur van start gaat. We hebben geen idee hoelang het zal duren voordat de parade bij ons in de buurt komt, maar omdat we het vanuit het raam kunnen zien, gaan we eerst de koffers deels reorganiseren. Alles moet weer compacter ingepakt om in het vliegtuig mee te kunnen.

Om half 10 zien we werkelijk delen van de parade en we gaan naar beneden om langs de weg te  kijken. Ondanks dat het druk is hebben we toch nog een mooi plekje. We maken enthousiast foto’s zonder te weten hoe lang de parade duurt. Er zit van alles bij: cowboys, indianen, politie te paard, bedrijven, showbands, veel doedelzakken, praalwagens, koetsen, oldtimers…, noem maar op. En ook Mustangs, Mark!

Meermaals denken we dat de stoet voorbij is, maar steeds blijkt er meer te zijn. Omdat er veel paarden meelopen, rijden er in de stoet ook bezemwagens mee. Steeds per twee waarvan één als een beest is uitgedost (paard of koe). De bergen paardenpoep worden omgezet in een mooie bruine dikke streep over het wegdek. Maar ach, dat hoort erbij. Ook het leger is vertegenwoordigd met een drietal tanks. Er loopt geen showband bij, maar dat zou ook geen zin hebben. Het zware motorgeluid weerklinkt stevig tussen de hoge gebouwen. Regelmatig laten de tanks zien dat ze met die rupsbanden om hun as kunnen draaien en daarna gevel ze vol gas naar de volgende kruising.

Het is al over 11 uur en we besluiten maar verder te gaan met inpakken om niet te hoeven haasten. De stoet trekt nog steeds voorbij. Kwart voor 12 staan we bij de receptie en laten de koffers nog even opslaan. We eten een broodje bij de Subway en maken dan een laatste rondje door de stad. Rond 2 uur rijden we richting de luchthaven. Vroeg, dat wel, maar we weten niet wat ons onderweg te wachten staat en wij zijn liever te vroeg dan te laat. Het is in het begin inderdaad heel druk op de weg. De huurauto kunnen we op het vliegveld inleveren in de parkeergarage. Een mannetje loopt er even snel omheen en zegt dat alles in orde is.

De luchthaven is niet zo groot als Schiphol en de incheckbalie voor onze vlucht is nog dicht. We hoeven echter niet lang te wachten en dan kunnen we de koffers inleveren. De stoelen hadden we al gereserveerd bij het online inchecken gisteren. We gaan door de veiligheidscheck (Co wordt driftig gefouilleerd) en lopen langs de shops. We bestellen nog wat te eten en proberen met de laptop of er internet is. Dat is er én het is gratis, dus kijken we nog even snel naar het laatste nieuws.DSCF6508

De vlucht verloopt volgens schema, alleen hebben we geen keuze meer voor de maaltijd. Ook de film hapert in het begin een beetje, maar een kopje thee met een Cointreau maakt alles weer goed. 😉 Bij Nederland aangekomen, maken we enorme omweg over het land, waarbij Jeroen een beetje misselijk wordt. Gelukkig kan de kotszak opgeborgen blijven. Eenmaal op Schiphol zijn we snel door de paspoortcontole heen. Ook de koffers hebben er zin in en we staan al snel op het perron op de trein te wachten. Tja, het is ondertussen zaterdag rond half 12. In het vliegtuig wel een beetje geslapen, maar fit voelen we ons niet. Toch moeten we door tot in ieder geval 10 uur ‘s avonds.

Thuis is het onthaal door de katten hartverwarmend. Ze blijven ook een hele tijd erg in de buurt. Het was een fantastische vakantie, maar daarna is het ook weer fijn thuiskomen. We hebben er weer een paar knuffeldieren bij en bijna 2000 foto’s. Avondje kijken??????

Dag 14, donderdag 2 juli 2009. Calgary, shops, zoo en uitzicht.

DSCF6446

Als we na het opstaan de weersverwachting bekijken, worden we niet vrolijk. In de middag wordt regen verwacht. We gaan naar het pand aan de overkant van de straat en vinden op de eerste etage een foodcourt met o.a. een Subway. We nemen daar een broodje als ontbijt waarna we de stad in gaan om te “shoppen”. Omdat het in de winter erg koud kan zijn, zitten de meeste winkels in overdekte winkelcentra, o.a. in hoge panden die met loopbruggen aan elkaar verbonden zijn. Niet echt lekker winkelen als het buiten goed weer is. Binnen wordt ook veel gewerkt aan winkels en staat het nodige leeg. Dit maakt het winkelen erg onoverzichtelijk en erg ongezellig.

Rond 12 uur zijn we weer bij ons hotel. We willen ons via internet inchecken voor de vlucht en zo nog onze plaatsen kunnen bepalen. We blijken prima plaatsen te hebben dus we hoeven ze niet te veranderen. We zetten de boardingpass op een usb-stick en printen ze uit in het businesscentrum van ons hotel.

Daarna gaan we naar de Calgary Zoo. De route is door de vele werkzaamheden aan de weg lastig te vinden en we lopen enorm om voordat we de dierentuin bereiken. Om 2 uur sluit het Afrika gedeelte, dus we stuiven naar de andere kant van de dierentuin om dat deel in een klein half uur zoveel mogelijk te bezoeken

Om 2 uur nemen we een lunch in het restaurant van de dierentuin en daarna gaan we op een wat lager tempo verder. We maken weer vele foto’s van de vele dieren daar en het weer is nog steeds prachtig. Het wordt zelfs flink warm dus we zijn blij onze jacks in het hotel te hebben achtergelaten.

Rond 6 uur verlaten we de dierentuin. We hebben er weer van genoten. We gaan terug naar ons hotel via een betere, veel kortere, route omdat we nu een pad ontdekken dat wel open is en een heel stuk afsnijdt t.o.v. de heenweg.

Na even bijgekomen te zijn in het hotel gaan we op weg om een snelle hap te doen bij… Daarna gaan we naar de Calgary Tower om eens over de stad uit te kijken. Als je in de stad loopt denk je dat het uitzicht zal tegenvallen omdat er al veel grote gebouwen omheen gezet zijn, maar het valt enorm mee. Het uitzicht is prachtig en in de verte zien we vaag de Rocky Mountains liggen. Dit keer eten we dus niet in het ronddraaiend restaurant, dat deze toren ook heeft. We nemen ruim de tijd en om 9 uur gaan we voldaan naar het hotel terug. We hebben veel gelopen vandaag en dat is te voelen. het weer is nog steeds prima.

Morgen onze laatste dag. We kunnen ‘s morgens waarschijnlijk nog de parade zien van de Stampede. De hele stad is er vol van en het is inmiddels erg druk geworden vanwege dit jaarlijkse evenement. We hebben zelfs een trailer gezien van Friese paarden, dus ook nog wat Nederlandse invloed.

Om 18:05 uur gaat onze vlucht terug. In Nederland is het dan al zaterdagnacht 2:05 uur. Het volgende en laatste deel zal dus later verschijnen, maar wordt vervolgd…….

Dag 13, woensdag 1 juli 2009. Canada Day

DSCF6335

Gefelicteerd Canada, met je 142e verjaardag! Het is vandaag Canada Day, de nationale feestdag hier. In een strakblauw Lake Louise wordt om 9:00 uur ‘s morgens de vlag gehesen, onder begeleiding van een doedelzak. Het volkslied wordt netjes meegezongen door het handjevol mensen dat zo vroeg al bij het meer aanwezig is. Ons hotel organiseert nog meer activiteiten vandaag, zoals een ‘polar bear dip’  in het meer (maar dan zonder de Unox mutsen). Maar helaas, dan zijn wij al vertrokken naar Calgary.

Na het ontbijt pakken we de koffers weer en checken uit. De rekening was al onder de deur door geschoven vanmorgen vroeg. Beneden wordt de auto voorgereden en worden de koffers voor ons ingeladen. We zijn vanaf nu weer op onszelf aangewezen…, hahaha!

We tanken de auto vol in het dorp en nemen dan de oude route richting Banff: de Bow Valley Parkway. Dat gaat op een rustig tempo, want de maximum snelheid is hier 60 km per uur. Sowieso hebben de meeste snelwegen in Canada een maximum snelheid van 90, 100, of hooguit 110. Voelt hier heel normaal aan, maar dat zou je in Nederland eens moeten proberen voor te stellen…

Ook op deze weg maken we weer een paar stops voor het uitzicht. Bij Castle Mountain raken we nog even in gesprek met een Nederlands stel die net aan hun vakantie zijn begonnen. Ze waren nog aan het opwarmen van een koude nacht in hun camper. Hoewel het schitterend weer is, zijn de nachten hier op deze hoogte natuurlijk behoorlijk fris! Verderop bij Johnston Canyon maken we nog een wandeling door de kloof naar de onderste waterval. Het is kennelijk een populair familie-uitje op een dag als vandaag, want het parkeerterrein puilt uit.

Bij Banff gaan we de snelweg af om te lunchen in het dorp (hoera! weer een Mac na ruim een week! 😉 ) en we bezoeken daar nog de Cave and Basin National Historic Site. Hier zijn twee van de thermale bronnen van Banff en dit is uiteindelijk ook de plek van het ontstaan van de Nationale Parken in Canada. Er waren verschillende claims op het land van de bronnen en in 1885 werd dit gebied daarom door de regering aangewezen als een natuurreservaat. Het gebouw van het bassin dateert uit 1910. Het zwembad zelf is niet meer in gebruik. Vanuit het gebouw kun je naar de grot lopen waar de andere zwavelbron uit komt. Daar zie je ook bovenin het gat in de grot, waar de bron van bovenaf is ontdekt. Het ruikt er natuurlijk weer lekker naar zwavel. Dat doet ons denken aan Rotorua in Nieuw-Zeeland.

We laten Banff verder voor wat het is en rijden door naar Calgary. Al snel zien we de hoge bergen achter ons verdwijnen en worden de kale scherpe bergtoppen vervangen door groene glooiende toppen. Calgary ligt evengoed nog op 1.084 meter boven zeeniveau. Voordat we het centrum in rijden, zien we nog de Olympische skischans van 1988 langs de weg. We vinden het hotel redelijk makkelijk. Het ligt lekker centraal. Na het inchecken kunnen we DSCF6373de auto in de parkeergarage zetten. Dit keer geen luxe kamer, maar wel lekker de ruimte. En bovendien een volledig uitgeruste keuken in de kamer! Kleine kans dat we hier piepers en groente gaan koken, maar toch handig. Rond half 5 lopen we de stad in voor een korte verkenning en wat te eten. Het voetgangersgebied op 8th Avenue ziet er heel gezellig uit, met veel historische gebouwen. Daaromheen veel moderene kantoorgebouwen en natuurlijk de Calgary Tower. Daarbuiten is het vooral weer erg rommelig en lelijk, net zoals in Vancouver eigenlijk. Het is in het centrum nog druk vanwege Canada Day, maar ook vanwege de Stampede die morgen begint. Dat is een jaarlijks rodeo-festijn, waar de hele regio op af komt. Zo liggen er overal strobalen voor de deuren van winkels (inclusief de lounge in ons hotel) en zie je veel posters en stickers op ramen geplakt. Vrijdagochtend kunnen we nog net de parade meemaken voordat we naar het vliegveld moeten.

We nemen de diner-voor-2 special bij Milestone’s en lopen daarna nog wat verder door de stad. In het rommelige gebied zien we een volkstuintjes-project, zoals ook in Vancouver, en daar omheen zit een hele kolonie grondeekhoorns. Die stellen de volkstuintjes ook wel op prijs! We gaan weer terug naar het hotel, omdat we geen fut hebben om tot 11 uur te wachten op het vuurwerk. Bovendien is het gaan regenen. We zien nog wel wat vuurpijlen vanuit de hotelkamer, maar het lijkt geen spectaculair vuurwerk te zijn. Morgen gaan we verder rondkijken hier.

Dag 12, 30 juni 2009. Yo-ho, yo-ho, a pirate’s life for me

DSCF6292

Na een wat rommelige nacht, worden we wakker in een zonnig Lake Louise. We kijken even op de gang wat Sinterklaas in onze schoen heeft gedaan, maar helaas, ze blijken alleen te zijn gepoetst, hihi.

Vandaag staat Yoho National Park op het programma. Na het ontbijt pakken we de rugzak en stappen in de auto. Het park ligt maar enkele kilometers van Lake Louise, aan de andere kant van de Kicking-Horse pas. De eerste stop langs de weg zijn de zogenoemde spiral tunnels. Twee cirkelvormige treintunnels in de bergwand, die in 1907 zijn gemaakt om de afdaling van Big Hill wat vlakker te maken. Als er een lange goederentrein doorheen gaat, kun je zien hoe de voorkant van de trein uit de berg tevoorschijn komt, terwijl de achterkant nog hogerop de berg de tunnel in moet. Als we stoppen is er toevallig net een trein bezig om door de tunnel heen te rijden.

Even later slaan we rechtsaf, de Yoho Valley in. Opnieuw een smal bergweggetje dat na 15 km eindigt bij Takakkaw Falls, de op twee na hoogste waterval van Canada. Takakkaw betekent prachtig, in het Cree-indiaans. We maken hier nog een wandeling door de vallei naar twee andere watervallen, de Angel’s Staircase (viel een beetje tegen) en de Point Lace waterval. Het is hier beslist weer erg mooi, maar we merken dat we een beetje tegen het verzadigingspunt aan zitten van wat we nog aan natuur kunnen opnemen.

Terug bij de auto rijden we terug naar Highway 1 en dan door naar Field, het enige dorpje in dit natuurpark. Er staan wat aardige oude houten huizen, maar verder is er eigenlijk niks te beleven, dus draaien we met gierende banden weer de snelweg op (geintje).

Even verderop nemen we weer een afslag naar rechts, de weg naar Emerald Lake. Daarbij stoppen we eerst bij Natural Bridge, een plek waar een waterval in de Kicking Horse River een soort rotsbrug heeft gemaakt en daar onderdoor stroomt. Dit vinden we nu weer een bijzonder mooie plek. Even later rijden we door naar Emerald Lake. Een populaire plek want het parkeerterrein is al bijna vol. Gelukkig rijdt er net iemand weg. Het is inderdaad een erg mooi smaragd-kleurig meer in een schitterende omgeving. We doen hier nog de wandeling om het hele meer heen, zodat je een totaal-indruk van de omgeving kunt krijgen. Op de wandelroute is het een stuk rustiger.

Inmiddels is het alweer 4 uur en vinden we het voor vandaag mooi geweest. We rijden terug naar Lake Louise. Onderweg zien we bij de treintunnel toevallig net weer een goederentrein rijden, dus we vliegen snel de parkeerplaats op. Dit keer konden we de trein zelfs op drie verschillende plekken tegelijk zien.

Terug bij het hotel nemen we weer een drankje en wat lekkere hapjes in de lounge en even later gaan we voor de tweede keer eten in de Walliser Stube. Het smaakt weer prima en de rosé ook (voor de wijnkenners: een Cline rosé uit 2006 van de mourvèdre druif). Op de weg terug naar de kamer nog een leuke Fairmont teddy beer gekocht.

Dit zijn onze laatste momenten met het geweldige uitzicht op Lake Louise hier. Morgen moeten we deze luxe helaas achter ons laten en gaan we naar Calgary. Het is hier dan de nationale feestdag, dus we zijn benieuwd wat dat nog voor bijzonderheden gaat opleveren.

Dag 11, maandag 29 juni 2009. The Bear Necessities

DSCF6195

We worden wakker in een stralend Lake Louise. De Mount Victoria gletsjer straalt ons tegemoet als we de gordijnen optrekken (ja inderdaad: optrekken, het zijn oostenrijkse gordijnen). We moeten zelfs even knipperen met onze ogen van al dat zonlicht op het witte ijs. Het meer is helemaal glad en geeft de bergen gespiegeld weer. Iets later gaat het door de wind meer rimpelen en het spiegelbeeld ziet er dan heel anders uit: delen verdwijnen en het beeld verandert ook steeds. We ontbijten hier in de lounge op onze etage. Daar is het trouwens al best druk. Gelukkig is er nog net een tafeltje vrij.

Omdat er voor ‘s middags toch wat wolkjes verwacht worden, besluiten we om eerst met de kabelbaan omhoog te gaan (hé, waar heb ik dit eerder gehoord?). De Lake Louise Gondola gaat naar 2.088 meter op Mount Whitehorn en geeft een spectaculair zicht op Lake Louise en de bergen van de Dividing Range. Aan de ene kant van deze bergrug gaan de rivieren richting de Atlantische Oceaan en aan de andere kant stromen ze naar de Grote Oceaan. We kunnen met een shuttle van het hotel naar de kabelbaan, maar besluiten toch de auto te nemen. Even een belletje naar beneden en hij wordt keurig voor gereden. Het is maar een paar minuten rijden, maar dan zijn we niet gebonden aan de shuttle tijden.

Bij de kabelbaan kun je kiezen voor een stoeltje of een kleine gesloten gondel. Hoewel Jeroen in het verleden een behoorlijke hoogtevrees voor stoeltjesliften bleek te hebben ontwikkeld, gaan we toch voor het stoeltje. Dan kun je natuurlijk makkelijker foto’s maken. Voor vertrek krijgen we nog een instructie-video. Dat gaat meer over de natuur op deze berg. Er zijn namelijk grizzly beren hier. Gisteren waren er 4 op de berg gesignaleerd en vandaag ook één. De wandelpaden boven op de berg zijn daarom afgezet. Rondom het dalstation en het bergstation loopt schrikdraad om de beren op voldoende afstand van mensen te houden. Dat is overigens vooral in het belang van de beren, om ze niet teveel aan mensen te laten wennen. Bij het instappen wordt gezegd om goed uit te kijken naar de beer, die bij paal 13 zou rondlopen. We denken eerst nog dat het een grapje is, om de spanning er een beetje in te houden. Maar als we bij paal 16 zijn, ziet Jeroen op rechts inderdaad een grizzly beer rondlopen. Hoogtevrees of geen hoogtevrees, in een flits neemt hij er een foto van. Helaas blijkt dat niet echt een heel duidelijk plaatje te zijn, maar we hebben de grizzly beer wel gezien! Volgens veel mensen hier een “once-in-a-lifetime experience”.

Eenmaal boven lopen we snel naar het uitzichtpunt, maar de beer is helaas niet meer te zien. Dan komt er een medewerker langs die zegt dat we niet naar het informatiecentrum mogen lopen, omdat de grizzly beer over de weg daar naartoe loopt. We worden zelfs naar het bergstation teruggebracht en moeten daar afwachten wat de beer gaat doen. Ze houden een veiligheidsafstand van 90 meter aan en daarom mag voorlopig niemand naar het uitkijkpunt of naar het informatiecentrum.

Over de portofoons klinkt intensief contact over de stappen van de beer. Als na ongeveer een half uur de beer uiteindelijk meer bergop is gelopen, mogen we met een shuttle voertuig naar het informatiecentrum. Daar wordt o.a. een film van 20 minuten vertoond over hoe ze in Banff National Park proberen om te gaan met de combinatie van wilde dieren en miljoenen menselijke bezoekers per jaar. Als we uitgekeken zijn, gaan we met de shuttle weer terug naar het bergstation. Daar blijkt een nieuw probleem te zijn ontstaan op wat een simpel ritje met een kabelbaan moest zijn: de motor van de baan is stuk… De mensen die er nog in zitten worden langzaam naar boven vervoerd met een hulpmotor. Dat gaat nog minimaal anderhalf uur duren. Uiteindelijk worden wij met pickup-trucks over een bergweggetje naar beneden gebracht. Daar mogen we voor de schrik gebruik maken van het lunchbuffet. Wat een excitement deze ochtend!!

Terug bij het hotel prepareren we ons voor een wandeling hier rond Lake Louise. We lopen eerst in ongeveer een uur naar Lake Agnes en het daarbij gelegen theehuis. Dat vinden wij nog best een pittige klim van 385 meter, Marco en Ingrid! Het is daar behoorlijk druk met mensen die thee willen, dus wij slaan een flesje water achterover en lopen door, over het pad naar de Plain of the Six Glaciers. Dit pad gaat richting Mount Victoria, waarbij je steeds meer uitzicht krijgt op alle gletsjers. Hoewel we deze dagen in de Rocky Mountains al bijna een overdosis aan bergen en gletsjers hebben opgelopen, blijft het een magnifiek zicht! Hier en daar komen we langs smeltende sneeuwvelden en bloeiende alpenplantjes. Vanwege de zon geven de bomen een heerlijke dennenlucht af, waar de sauna zeker niet tegenop kan. We lopen dit pad niet helemaal uit, maar slaan af op het pad dat langs het meer terug naar het hotel loopt. We krijgen trek in de hapjes die straks in de lounge geserveerd worden en zetten de pas er nog wat steviger in! Uiteindelijk zijn we 3,5 uur aan de wandel geweest.

Om half zes zitten we inderdaad aan de cola en de kaaskroketjes (en andere hapjes), dus later in het Tom Wilson Steakhouse slaan we het voorgerecht over. We nemen wel weer zo’n lekkere fles Californische rosé ( de cola hebben we teruggestuurd want het was te proeven dat het uit een automaat kwam die meer “spa-rood” dan cola schonk) en gaan voor de mixed grill, met o.a. bison-steak. Deze smaakte gelukkig niet naar de lijm, Kees!

We besluiten de dag met een colaatje in de lounge, voordat we alle belevenissen nog eens aan de binnenkant van onze ogen gaan bekijken.

Dag 10, zondag 28 juni 2009. Van Jasper naar Lake Louise de Luxe

DSCF6154

Vannacht heeft het flink geregend in Jasper. We hoorden tenminste flink wat getikkel op het dak van onze lodge. ‘s Morgens zien we bovenop de bergtoppen een verse sneeuwlaag, inclusief Whistlers Mountain waar we gisteren nog met de kabelbaan heen waren gegaan. We gaan ontbijten in het hotel, pakken de koffers en checken uit. Op de vraag of alles naar wens was, geeft Co aan dat de gordijnen in de kamer “a pain in the ass” waren! Hahaha, we beseffen later pas dat dat in Canada misschien wat heftiger overkomt dan als je dat in Nederland zegt. Maar goed, het werd opgeschreven en hopelijk doen ze inderdaad wat aan die verschrikkelijke gordijnroedes.

Vandaag staat de reis naar Lake Louise op het programma over de Icefields Parkway. We zijn benieuwd hoe het op de weg zal zijn. We rijden immers op grote hoogte door een berggebied met gletsjers. Voor de zekerheid tanken we nog even wat benzine in Jasper en draaien dan Highway 93 op. De route is onbeschrijfelijk mooi, ondanks het wisselende weer. Het spel tussen wolken, zon, bergtoppen, regen en zelfs sneeuw en hagel, maakt het een enorme belevenis, die eigenlijk niet op foto’s is vast te leggen. Onderweg maken we veel stops, soms om alleen even te genieten van het mooie uitzicht, andere keren maken we een korte wandeling. Ook zijn er weer verschillende watervallen onderweg te bewonderen, zoals de Athabasca Falls en de Sunwapta Falls. Het meer Peyto Lake en de Bow Summit zijn eveneens bekende stops op deze route. En bij Goat Lick komen we inderdaad een paar berggeiten tegen! Hoe toepasselijk.

Halverwege de weg kom je bij het Columbia Icefield. Een pas waar drie grote gletsjers bij elkaar komen. De grootste is de Athabasca Glacier, die in het midden als een enorm ijstapijt naar beneden komt rollen. Je kunt met speciale ijsbussen een tripje maken waarbij je op redelijke hoogte op deze gletsjer wordt gereden. Op deze plek maken we mee hoe het is om 4 seizoenen in 1 minuut mee te maken. We komen aan met zonnig weer en goed zicht op de gletsjer. Een paar momenten later vliegt opeens de sneeuw en hagel om onze oren en is het zicht volledig weg door de wolken. We nemen binnen in het Icefield Centre een lunch en rijden na nóg een paar foto’s weer verder.

Tegen half 5 komen we aan in Lake Louise en we rijden door naar ons hotel, het Chateau Lake Louise dat direct aan het meer ligt. Het is er erg druk en we moeten even wachten voordat we naar de ingang mogen rijden. We hebben onszelf voor deze 3 dagen hier verwend met een luxe arrangement in een Fairfield Gold kamer, met zicht op het meer. De koffers worden uitgeladen, de auto geparkeerd en we worden begeleid naar de lift naar de 7e etage, waar een speciale receptie en lounge is. Hier zal ook het ontbijt worden geserveerd en tussen 5 en 7 uur een aantal warme en koude hapjes (allemaal inbegrepen). Ook kun je hier de hele dag door koffie, thee en drankjes halen (ook inbegrepen, behalve alcoholische dranken). De gold-afdeling is gevestigd op de 7e etage en kent veel extra’s t.o.v. de rest van het hotel. Zo is de kamer voorzien van cd-speler, is er een ruime douchecabine en apart bad, en is het toilet een afsluitbare ruimte in de badkamer, voorzien van telefoon. In de kamer ligt ook een verrekijker voor gebruik. verder kent het de volgende services: schoenpoetsservice indien je voor 23:00 je schoenen op de gang zet, gratis lokale telefoongesprekken (helaas kennen we niemand hier),  gratis internet  en een krant op de kamer. Je mag overal om vragen, ze kennen geen nee, zeggen ze. We leven even heerlijk boven onze stand. Moet een keer kunnen. De kamer is werkelijk voortreffelijk en we hebben een super uitzicht op het meer en de omliggendDSCF6189e bergen en gletsjers. Nadat de koffers boven zijn gebracht, gaan we wat hapjes in de lounge halen en reserveren één van de restaurants voor vanavond. Daarna lopen we nog even naar buiten om van deze schitterende plek te genieten. Het is hier overigens heel mooi weer. We ontdekken een paar marmotten, die bij nader inzien grondeekhoorns zijn. Daarna gaan we dineren in de Walliser Stube, waar natuurlijk ook kaasfondue op het menu staat. Er is geen rosé te vinden op de wijnkaart, maar ze hebben het wel. Co mag even proeven en de smaak bevalt wel. Nou ja, nu we hier toch luxe doen, kan er ook wel een hele fles af…(duurste rosé oot gedronken hihihi hik) De service is prima hier! Nu nog even een colaatje halen in de lounge en dan beslissen wat we morgen gaan doen.

Dag 9, zaterdag 27 juni 2009. Ber(g)en, ber(g)en en sneeuw

DSCF6083

De dag begint zoals die gisteren eindigde: zonnig en vrijwel onbewolkt. Omdat verwacht wordt dat er bewolking komt, gaan we snel op weg naar de Jasper Tramway, een kabelbaan die ons bijna een kilometer hoger moet brengen naar 2277 meter op Whistlers Mountain. Als we bij het beneden-station aankomen staat er al een aardige rij voor kaartjes en na ruim een half uur wachten mogen we uiteindelijk met rit 13 naar boven. Dat duurt maar 7 minuten (kun je niet tegenop lopen…) en boven aangekomen kopen we eerst een paar sandwiches als ontbijt. Daarna beklimmen we de rest van de berg. Dat is een stevige wandeling, nog 200 meter omhoog, maar zeer de moeite waard. Het is boven ongeveer 10 graden Celsius, maar met een jack is dat goed uit te houden. We hebben een prachtig uitzicht o.a. over het park waar we logeren, het dorpje Jasper en alle omliggende bergketens met sneeuw en gletsjers. Zelfs Mount Robson is zonder wolken te zien in de verte. Het lijkt boven wel een maanlandschap, met heel veel steen en amper begroeiing.  Er ligt nog sneeuw boven en dat moeten we natuurlijk even aanraken. We zoeken de marmotten waar de berg naar vernoemd is (ze fluiten als er gevaar dreigt), maar we zien alleen een eekhoorntje, wat wolfspinnen en een vogel die wel een hele goede schutkleur heeft tussen de bemoste stenen (voor de vogelaars: de white-tailed ptarmigan). Ook komen we een paar kwetsbare bloeiende alpenplantjes tegen.

Op de weg terug nemen we een lunch in het restaurant van de kabelbaan en daarna gaan we naar beneden. Dat gaat ook heel voorspoedig en nu zitten we minder op elkaar gepakt in de gondel dan op de weg naar boven. We kopen nog even een flesje water voor we de auto in stappen. Het is inmiddels bewolkt geworden, dus we hadden het goed om eerst de kabelbaan te doen.

We rijden nu naar Mount Edith Cavell, over een smal bergweggetje, dat gelukkig wel redelijk goed begaanbaar is. Bij de parkeerplaats aan het einde van de weg beginnen we een rondwandeling: the path of the glacier trail. De hiervan aftakkende wandeling naar de alpenweides is nog gesloten vanwege de sneeuw, maar achteraf hebben we voldoende tijd kunnen doorbrengen op deze eenvoudige rondwandeling. Je loopt steeds dichter naar de bergwand toe, waarbij je telkens meer uitzicht krijgt op de 3 gletsjers die op deze berg liggen. Vlak voor de berg wijken we af van de route om dichter bij de onderste gletsjer te komen. Het smeltwater van de Cavell gletsjer blijft liggen in een meertje, dat nog praktisch vol ijs ligt. Op de steenvlakte ervoor liggen ook een paar mansgrote hompen ijs. Het water in het meertje is uiteraard ijskoud. Ook klimmen we nog even voorzichtig op wat sneeuw, om in een ijsgrot onder de gletsjer te kunnen kijken. Op het midden van de berg kijk je tegen de Angel gletsjer aan en helemaal bovenin ligt de kleine Ghost gletsjer. Regelmatig klinkt het geluid van schuivend of afbrekend ijs. Een enkele keer zie je ook sneeuw van de berg afstuiven wat oogt als een waterval die snel weer weg is. Het is erg indrukwekkend en zeker de moeite waard om hierheen te gaan. De zon prikt een beetje door de bewolking heen en we lopen weer door over de loop-trail terug naar de parkeerplaats. We rijden weer voorzichtig over het weggetje naar beneden en…

Hier onderbreken we ons verhaal even voor BREAKING NEWS:

LADIES AND GENTLEMEN,

WE ‘ VE GOT HIM!DSCF6099

Op weg naar Jasper zien we dan eindelijk een zwarte beer langs de weg en, hoewel afgeraden, stoppen we toch heel even om snel wat foto’s te maken. De beer lijkt ons niet op te merken, loopt rustig door en verdwijnt tussen de bomen.

We rijden vol adrenaline door Jasper heen naar Pyramid Lake waar we een mooi zicht hebben op Pyramid Mountain. Daarna rijden we terug het dorp in om te gaan eten en dat doen we bij “Something Else” waar wederom de griekse en italiaanse keuken gecombineerd worden. We nemen als voorgerecht de saganaki (gebakken of gefrituurde kaas) en deze keer wordt die aan tafel geflambeerd. Maar even laten afkoelen. Het eten is lekker maar haalt het niet bij het griekse restaurant Zorba in Hoorn.

Na het eten halen we nog een ijsje en dan weer naar onze suite. Voor de laatste keer de haard aan en ook weer eens lekker samen in bad. Dit wordt onze laatste nacht hier. Morgen naar onze volgende verblijfplaats Lake Louise.

Dag 8, vrijdag 26 juni 2009. Oh Deer…

DSCF5975croped

We hebben lekker geslapen in onze lodge en ontwaken in een halfbewolkt Jasper. Het menu van het weerbericht is hier praktisch altijd hetzelfde: a mix of sun and cloud. Je merkt wel dat je hier hoog in de bergen zit, want het is best fris. We ontbijten in één van de vijf (!) restaurants in het hoofdgebouw en gaan dan weer op pad. De bestemming van vandaag is de Maligne Valley.

Bijna meteen na het verlaten van de lodge komen we een grazend hert langs de kant van de weg tegen. Er staat al een auto vóór ons te kijken en te fotograferen. Het is een white tailed deer. Nog maar een paar kilometer verderop verschijnt plotseling nummer twee in de berm. We zijn er niet helemaal zeker van welk soort hert dit is. We denken een elk (wapiti). Oordeel zelf, de foto staat in het album. We rijden verder op Maligne Valley Road en de eerste stop is de Maligne Canyon. Hier gaat de Maligne rivier heel diep door een nauwe kloof. Er loopt een pad waarbij je op verschillende punten uitzicht hebt in de kloof. De volgende stop is Medicine Lake. Een groot meer, dat eigenlijk een overstort is van de ondergrondse rivier. In de zomer is het meer vol vanwege al het smeltwater. In oktober zakt het peil soms zover dat het meer helemaal verdwenen is. De Indianen dachten vroeger dat hier sprake was van tovenaarij omdat niemand kon verklaren waar het water vandaan kwam of waar het heen ging. We rijden weer verder en na 43 km komen we aan het einde van de weg bij Maligne Lake. Het 22 km lange meer ligt in een schitterende omgeving met bergen rondom.

We maken hier een aantal wandelingen. We beginnen met de Mary Schäfer Loop, die heel eenvoudig een stuk langs het meer gaat en door het omringende bos terug. Daar komen we opnieuw twee herten tegen! Terug bij het meer, besluiten we eerst even te gaan lunchen in het restaurant. We raken nu toch wel heel benieuwd naar die beren hier! Op het kaartje zien we bij de Opal Hills Loop een beertje getekend. We besluiten daarom van dat pad nog een stuk te gaan lopen. Dat gaat pittig steil omhoog door het bos, in totaal zo’n 460 meter hoogteverschil. De conditie van Jeroen blijkt niet veel verbeterd, nu hij naar zijn werk kan fietsen… Co doet het beter met zijn crosstrainer ervaring. We lopen met de camera’s paraat voor de beren, maar komen alleen een schattige eekhoorn tegen. Op het moment dat we willen omkeren, komen we een Engels stel tegen. Zij zijn verderop een moederbeer met jong tegengekomen. We besluiten daarom toch nog wat verder omhoog te lopen, tot de alpenweide. Na een tijdje zwalkt Jeroen echter als een Rosa Mota over het pad omhoog en besluiten we definitief om weer af te dalen. Daar worden we nog vrolijk begroet door een golden-mantled ground squirrel, maar we hebben dus geen beren gezien! Jammer, maar helaas. We tanken nog even bij in het restaurant en stappen dan in de auto voor de terugreis naar Jasper. Note: dit stukje is door Jeroen geschreven!

Vlak voordat we het dorp in rijden, zien we heel hele familie hert aan het grazen. We stoppen even op de vluchtstrook voor een paar foto’s (stomme toeristen!). Daarna gaan we het dorp in om wat rond te kijken, te winkelen en wat te eten. Dat laatste wordt een pizza. We zien ook weer giga lange goederentreinen staan en de passagierstrein Rocky Mountaineer is zojuist aangekomen. De lucht is inmiddels praktisch wolkenloos en je hebt nu onbelemmerd zicht op alle bergtoppen rondom Jasper.

Eenmaal terug bij de lodge maken we nog even een korte wandeling om van het avonduitzicht te genieten en kruipen daarna op de bank bij een knappend haardvuurtje. Wat zullen we lekker slapen!

Dag 7, donderdag 24 juni. Uurtje kwijt

DSCF5896

We worden uitgerust wakker en hebben geen mug gehoord. Helaas blijkt Jeroen wel op verschillende plekken gestoken… We pakken de koffers in en ontbijten met nog 4 andere gasten. De Blue Grouse Country Inn heeft 4 kamers en het ontbijt vindt plaats in een mooie ruimte waar 2 tafels voor elk 4 personen staan. We raken in gesprek met 2 Engelse gasten en wisselen wat vakantie-ervaringen uit. Niet alleen met betrekking tot Canada maar ook elders. Het is gezellig en de tijd vliegt om.

We hebben ongeveer 350 kilometer te gaan en daarbij gaan we de tijdzone over, waardoor we dus een uur minder hebben vandaag. Hoog tijd om te gaan dus! We pakken de koffers en stappen in de auto.

Onderweg naar Jasper over de Yellowhead Highway zien we weer veel bergen en mooie plekjes die zich niet altijd op foto vast laten leggen. Voor je de camera hebt, ben je er voorbij of komen er bomen voorlangs. Maar genieten doen we en af en toe stoppen we voor uitzicht.

We stoppen bij een heel klein plaatsje, Valemount, waar we bij een tankstation een kleine lunch nemen en even langs de bank gaan om geld te pinnen. We zullen bij Jasper een National Park in gaan en daarvoor moeten we een pas kopen. Jeroen heeft berekend dat een jaarkaart het beste is gezien we meer parken in gaan en meerdere dagen erin verblijven. Dat kost 136 dollar voor 2 personen. We weten niet zeker of we dat kunnen betalen met creditcard dus zorgen we ervoor voldoende contant op zak te hebben.

Weer een stuk verder stoppen we bij de Terry Fox Mountain lookout. Deze berg is vernoemd naar Terry Fox, wiens rechterbeen moest worden geamputeerd vanwege kanker. Hij besloot geld in te zamelen door te gaan hardlopen door Canada van kust tot kust: de Marathon of Hope. Dat is meer dan 8.000 km en dus met één kunstbeen. Toen hij over de helft was, overleed hij alsnog aan longkanker op 22-jarige leeftijd. Een indrukwekkend verhaal.

Als we in de buurt van Mount Robson komen zien we opeens een white tailed deer in de berm grazen. Blijkbaar niet erg bang voor het verkeer. Uiteraard te laat om de camera te pakken maar een stuk verderop is een parkeerplaats (met uitzicht op Mount Robson) en vanaf daar kunnen we met de verrekijker nog even naar het hertje kijken. Die besluit in alle rust de weg over te steken en aan de andere kant te gaan grazen. Gelukkig is het niet erg druk met het verkeer, dus het loopt goed af. Hoewel met de verrekijker te zien, is ze voor de camera te ver weg.

We genieten nog even van Mount Robson en rijden verder. Bij wegwerkzaamheden worden we tegengehouden. We moeten 15 minuten wachten en daarna kunnen we verder. Rond half 6 hebben we ons logeeradres gevonden: de Jasper Park Lodge. We checken in en kijken wat er aan restaurants op het terrein zelf is. Dit resort heeft meerdere gebouwtjes met elk een aantal kamers. We zitten in een heel mooi gebied tussen twee meren en bergen rondom.

We dineren in het hoofdgebouw in 1 van de 5 restaurants en daarna halen we wat cola voor in onze koelkast. We maken nog even een rondje op het terrein en daarna steken we de haard aan in onze suite. Niet dat het zo koud is, maar we vinden het gewoon leuk en het is ook niet zo warm dat het te heet wordt. Alles ligt klaar, dus stoken maar. En nu nog gauw even in het bubbelbad! Wat een luxe. Mag ook wel een keertje. Toch?

Dag 6, woensdag 24 juni. Water, water, water

DSCF5829

Na een heel rustige nacht (op een paar zoemende mugjes na), worden we wakker in een half bewolkt Wells Gray. We hebben met eigenaresse Regina om 9 uur afgesproken voor het ontbijt. Naast het buffet met o.a. vers fruit, staat er vandaag eggs benedict op het menu. Nog nooit gehad, maar het smaakt heel lekker. Voor de collega’s bij de Belastingdienst: kijk maar even op Wikipedia! 😉

Regina neemt met ons nog even door wat de beste opties zijn voor dit park, als je er slechts één dag kunt doorbrengen. We regelen nog wat waterflesjes voor onderweg bij haar en stappen dan in de auto. De eerste stop is de Green Mountain uitkijktoren. Hiervoor moeten we 4km op een smal onverhard weggetje omhoog rijden. Het uitzicht is inderdaad heel mooi. Je kunt rondom kijken naar de valleien, meren en besneeuwde bergtoppen in dit park. Gelukkig had Regina ons gewaarschuwd dat de muggen in deze tijd van het jaar ook overdag hardnekkig zijn. Dus lange mouwen aan en muggenmelk opgesmeerd!

Daarna rijden we door naar Dawson Falls, een indrukwekkende 91 meter brede waterval in de Murtle rivier. Het uitzichtpunt komt tot heel dicht bij het water. Je kunt er wel uren naar blijven kijken. De volgende stop is het hoogtepunt van dit park: Helmcken Falls. Het water klettert 145 meter naar beneden in een grote kom en daarmee schijnt de waterval 2,5 keer zo hoog te zijn als de Niagara, maar wel veel smaller. De rotswanden rondom Helmcken Falls zijn net zo indrukwekkend. De vallei is ontstaan doordat een heel stuk aarde is weggeschoven door het schuiven van de aardplaten. Hierna wordt de weg in het park onverhard en dat geeft nogal wat stof en modder op de auto. We stoppen weer bij de Ray Farm, een oude vervallen boerderij, waar ook natuurlijke waterbronnen zijn. Je schijnt het te kunnen drinken, maar het ziet er niet heel aanlokkelijk uit. Het begint nu helaas te regenen, zodat we onze wandeling hier langs Alice Lake halverwege afbreken. We zien daar trouwens wel heel veel poep langs het pad liggen. Google leert ons net dat het geen berenpoep was, maar eland-poep. Moose droppings, dus.

We besluiten door te rijden naar het einde van de weg in het park, bij Clearwater Lake. Daar is ook een winkel, waar we wat voor de lunch zouden kunnen kopen. De winkel blijkt gesloten, zonder mededeling wanneer hij weer open zou moeten gaan… We proberen het wat verderop bij het kantoor van de boottochtjes en zowaar kunnen we daar een lunch krijgen: soep met salami-sandwiches. We laten de boottochten voor wat ze zijn en rijden terug over de Clearwater Valley Road. We stoppen nu bij Baley’s Chute, een enorme stroomversnelling in de Clearwater River, waar de zalmen in de herfst spaak lopen en vervolgens een stukje afzakken om daar kuit te schieten.

Daarna wagen we een gokje of het boven op Trophy Mountain misschien droog en zonnig zou zijn. Je kunt daar naar mooie bloeiende alpenweides wandelen, waar volgens Regina de bloemen net uit de sneeuw omhoog zouden steken. Hiervoor moeten we 15km bergop rijden over een weggetje dat nog het meest weg heeft van een droge rivierbedding. We hopen maar dat de huurauto het houdt… Eenmaal boven blijken we verkeerd gegokt te hebben. We zijn een kilometer omhoog gereden, dus is het er koud, winderig en nog steeds regenachtig en geen sneeuw. Onverrichterzake zakken we de 15km over de rivierbedding weer af.

Het raakt tegen etenstijd en we besluiten wat in het dorp buiten het park te gaan eten. Daarbij rijden we dan eerst nog langs Spahat Falls, ook weer een hele mooie waterval van 75 meter hoog, die door dikke lagen lava-gesteente heen snijdt.

Het is even zoeken in Clearwater naar een geschikte eettent, maar we vinden er één en genieten van een eenvoudige doch voedzame maaltijd! Eenmaal terug bij de Bed & Breakfast laten we Regina de kamer nog even sprayen voor muggen en zetten we nog een lekker kopje thee <slurp>.

Vangst van de dag: twee eekhoorns, waarvan er één heel wijsneuzerig op de weg bleef zitten, een marmot of een grondeekhoorn, een haasje, wat mooie vogels en vlinders en heel veel muggen. Nog geen beren dus! Misschien meer geluk in Jasper, onze volgende bestemming waar we morgen naar toe gaan.